dinsdag 31 augustus 2010

Moeten we leuke reclame maken?

Moeten financiële instellingen, zoals banken en verzekeraars per definitie hele "leuke reclame" maken, of... kunnen ze dat beter aan soepfabrikanten overlaten? Voor beide opvattingen is wat te zeggen. Eerst is er het verschil tussen een bank en een verzekeraar. Met een bank heb je echt een werkrelatie, zakelijk of particulier. Met een verzekeraar onderhoud je een soort vriendschap op afstand omdat je maar eens in de paar jaar met elkaar te maken hebt.

Laten we ons even beperken tot banken. Moeten die zich leuk gedragen of juist niet? Anders gesteld: willen de mensen een lollige bank? In dat kader is de nieuwe ING-campagne interessant. ING neemt hierin geld en "geld verdienen" op de hak, en zegt impliciet dat zij een grappige bank zijn waar je echt mee kunt lachen.

Dat is niet de ING die we kennen. Dat leek altijd een doorgehard bankmerk, dat dol op geld was. Mooi belichaamd door hun kakkineuze voorman Kist. Geen ontzettend vrolijke bank, wel een bank waar jij je centjes aan kon toevertrouwen. Prima bank dus voor als je geld hebt en wilt houden. Nu heeft ING met deze nieuwe reclame de bakens radicaal verzet. In deze tijden van "kermismarketing" buigt de club het gesoigneerde bankhoofd om de massa te “pleasen”. Bij ons werken ook hele malle mensen, zegt ING. Wat wij doen nemen we zelf ook niet serieus. Eigenlijk zijn we helemaal geen bank maar een pretfabriek die toevallig in geld doet, maar het had net zo goed frisdrank kunnen zijn of buitenboordmotoren. Kijk, als je de Postbank bent, dan moet je lollig doen want je bent er voor mensen die niet begrijpen wat een hypotheek is. Ben je een bank die van geld houdt, dan weet ik niet of deze humor de weg is naar het opbouwen van een relatie met klanten die ook van geld houden.

Ikzelf zoek bijvoorbeeld geen lachebekjesbank, verdien mijn geld met onzin, want reclame, en wil juist een saaie, slimme en geldzuchtige bank die bloedserieus met mijn geld omspringt. Die duidelijke positie had ING. En "ING denkt met u mee" is een grote, en verplichtende belofte. Die om product/marktcombinaties vraagt die mij als klant helpen. In plaats daarvan maakt ING grappen over geld. De vraag is of dat verstandig is.

Deze column verscheen eerder in “De schrijver en de kijker" (2003)". Veel van de gesproken columns zijn terug te luisteren via het archief van de Business Nieuws Radio-website

vrijdag 27 augustus 2010

Bureau van Het Jaar

Hoewel ons bureau opnieuw genomineerd was voor de prestigieuze titel "Bureau van Het Jaar 2003" ging de hoofdprijs aan onze neus voorbij. DDB won glansrijk en volkomen terecht. Adverteerder van het jaar werd de Rabobank en ook daar is weinig op af te dingen gezien de kwalitatieve output van dit grote bankmerk.

Wat opviel bij de prijsuitreiking was dat de mensen van DDB een soort nonchalante bijna routineuze blijheid lieten zien. Een beetje zoals Ajax destijds, toen ze voor de 306e keer op rij de Europa Cup wonnen. Klusje geklaard, cupje op de hoedenplank, en op naar het café.

De Rabobank mensen daarentegen toonden een uitzinnige blijheid die een beetje leek op de hockeyblijheid als Oranje Zwart Kampong heeft verslagen op een veldje in de provincie.

Voor gelouterde reclameprofessionals is winnen de gewoonste zaak van de wereld geworden. Wat natuurlijk komt omdat er elke maand wel ergens een prijsje te halen valt. Dat maakt de grote coryfeeën onder ons een tikkeltje blasé. Maar, het komt misschien ook omdat wij reclamemensen stiekem weten dat onze kunst in feite maar een klein kunstje is. Er komt wel vlijt bij kijken, maar het is toch vooral een kwestie van talent en dat vinden we zelf nauwelijks een verdienste.

Je hebt het of je hebt het niet in de reclame, je ziet het of je ziet het niet. Dat maakt ons eerder wat verlegen als we midden in de spotlights komen te staan. Alsof we daarmee willen uitdrukken: zo bijzonder is het heus niet wat we doen.

Wat me wel opvalt is dat het fenomeen "prijzen" zich niet meer alleen beperkt tot onze industrie, die van de muziek of entertainmentwereld.

Zo was ik laatst bij een slager in Weesp waar ik een Bekroonde Leverworst in de vitrine zag liggen. Waar is die leverworst van u in de prijzen gevallen vroeg ik monter aan de slagersvrouw? Mijnheer antwoordde ze: "Dat hebben we zelf gedaan. Die worst is zo goed, dat we dachten, we bekronen ‘m gewoon." U begrijpt: als wij volgend jaar niks winnen dan zet ik heel groot Bekroond Reclamebureau op ons gebouw. Ik weet zeker dat het onze concurrentiekracht enorm versterkt.

Deze column verscheen eerder in “De schrijver en de kijker" (2003)". Veel van de gesproken columns zijn terug te luisteren via het archief van de Business Nieuws Radio-website

woensdag 25 augustus 2010

1000 euro

1000 euro!! Dat was de "pitchvergoeding" die onze aspirant-opdrachtgever in gedachten had. En of wij voor die 1000 euro eventjes een strategische aanbeveling, een communicatiestrategie, een media-advies, en een uitgewerkt creatief concept wilden bakken in onze reclamekeuken. Voor een campagne waar straks ruim een miljoen euro mee gemoeid zou zijn.

Ja, het moet niet veel gekker worden met die adverteerders, roepen we vaak, maar intussen wordt het wel steeds gekker. Overigens: deze opdrachtgever was zich van geen kwaad bewust, het waren keurige heren, en ze vonden die 1000 euro weliswaar een symbolisch, zij het sportief gebaar.

Wat doe je dan als bureau?
Ga je voor een promille van het totale budget met 4 man 10 dagen aan de slag? Of zeg je in beleefde woorden: U bent niet goed bij uw hoofd! U begrijpt, ik heb voor het laatste gekozen. Bedrijfseconomisch zelfmoord plegen laat ik graag aan collega's over, wij gaan onze belangrijkste competentie niet verkwanselen voor een cafetariafooi. En daarbij: ik bied een architect toch ook geen 1000 euro om een huis van een miljoen te bedenken?

Het voelt aan als minachting voor wat wij doen, maar ik vermoed eerder een schrikbarend gebrek aan kennis van onze branche. Als ik 4 man vrijmaak voor zo'n competitie, dan kunnen ze in die tijd niet voor onze bestaande klanten werken die wel netjes de factuur betalen. En dan nog iets: de salarissen/ hypotheken/lease auto's/pensioenen en kinderopvang lopen zelfs bij reclamemensen elke maand gewoon door. Nog eventjes los van de "out of pocket" kosten die bij zo'n competitie komen kijken.

Ook in dit geval vertelde de prospect dat andere bureaus voor die 1000 euro wel in actie komen. Daar had ik een vrij snedig weerwoord op, vind ik zelf. Ik zei: die bureaus hebben kennelijk geen donder te doen. Misschien zijn ze wel niet zo goed in hun vak? Jullie moeten je afvragen of jij je commerciële belangen aan zo'n bureau moet toevertrouwen.

Mijn uitsmijter bewaarde ik voor bij de voordeur: Krijgen jullie salaris aan het eind van de maand, vroeg ik langs mijn neus weg?
Ja hoor... knikten ze braaf. Ik ook zei ik, en dat wil ik graag zo houden.

Dag prospect, dag Eugene!

Deze column verscheen eerder in “Columns" (2004)". Veel van de gesproken columns zijn terug te luisteren via het archief van de Business Nieuws Radio-website